Kwartiermakend ambassadeur Daphne Teeling:

‘Natuurcontact is een mensenrecht’

Waar ze precies ja op zei toen haar gevraagd werd om kwartiermakend ambassadeur van Groene Cirkel Groene Gezonde Stad te worden wist Daphne Teeling niet. Wat ze wel zeker wist: ‘Zo’n grote droom als die van dit netwerk moet je samen oppakken. In je eentje kom je er niet.’

Daphne Teeling herinnert zich nog de schok van de uitkomst van een onderzoek van Natuurmonumenten, een paar jaar geleden. ‘Het ging om een peiling per provincie over de tevredenheid van de inwoners over hun omgeving. Drenthe kwam er prachtig uit, Zuid-Holland kreeg een droevige onvoldoende. Toen ontstak bij mij het vuur: het kan toch niet zo zijn dat we naar de maan kunnen, gentherapie kunnen ontwikkelen, maar dat we geen groene en gezonde leefomgeving kunnen creëren! Zuid-Holland heeft er de denkkracht en de capaciteiten voor, dat wist ik zeker. Maar je hebt verschillende maatschappelijke partijen nodig die zeggen: ik doe mee. Daarom heb ik niet getwijfeld om de rol van kwartiermakend ambassadeur van Groene Cirkel Groene Gezonde Stad op me te nemen.’

Daphne Teeling

"Het kan toch niet zo zijn dat we naar de maan kunnen, gentherapie kunnen ontwikkelen, maar dat we geen groene en gezonde leefomgeving kunnen creëren!"

Noten kraken

Als landelijk impactmanager van IVN Natuureducatie weet Daphne hoe essentieel dagelijks natuurcontact is. ‘Het is een mensenrecht. Talloze onderzoeken wijzen uit dat opgroeien in verbinding met de natuur goed is voor onze cognitie en voor onze gezondheid. Dat moet dus niet alleen in de villawijken bereikbaar zijn, maar in heel Zuid-Holland. Daarom is het zo geweldig dat steeds meer gemeenten aansluiten bij het netwerk. We realiseren ons dat ‘groen’ geen linkse hobby is, niet hoogover, niet moralistisch. Dat het niet gaat over kiezen tussen economie en natuur maar dat het én én is. Het verbindt van links tot rechts, we delen een droom die we alleen samen kunnen verwezenlijken.’

De rol van kwartiermakend ambassadeur houdt onder meer in dat Daphne met de bestuurders van de deelnemende gemeenten in gesprek gaat. ‘Wat heb je nodig, wat zijn in jouw gemeente de moeilijke noten om te kraken? Het is mijn taak om de pijnpunten te alloceren bij wetenschappelijk partners of een van de gezondheidspartners. Ik doe dat vooral op bestuurlijk niveau en het mooie van de Groene Gezonde Stad-structuur is dat dat vervolgens opgepakt wordt door het werkteam die dat kan omzetten in concrete acties.’

Onder de motorkap

Ze heeft het netwerk zien groeien van vier naar 28 partijen, waarvan 18 gemeenten. ‘De beweging is in gang gezet, nu op naar 100 gemeenten in 2030. Naast mijn andere werk heb ik het flink druk met Groene Gezonde Stad, maar het geeft me vooral energie. Ik vind het geweldig om te zien hoe moedig mensen zijn in die gemeenten; dat ze onder de motorkap durven laten kijken en zeggen: we weten nog niet precies hoe, maar we gaan die groene transitie in. Hoe ingewikkeld ook, en ondanks het naderende ravijnjaar (gemeenten krijgen in 2026 aanzienlijk minder geld uit het gemeentefonds, red). Omdat het niet anders kan, voor onze toekomst, voor onze kinderen. Het netwerk laat zien dat het kan als we maar groot en divers genoeg zijn. Met voor elk type gemeente – groot, klein, stedelijk, platteland – representatieve voorbeeldprojecten; die vormen het fundament van Groene Gezonde Stad.’

Persoonlijke benadering

‘In 2025 brengen we dat fundament nog meer voor het voetlicht en willen we het verbreden. Als we richting 2030 naar die 100 gemeenten willen groeien, brengt dat nieuwe uitdagingen met zich mee. We zullen bijvoorbeeld over de provinciegrenzen heen moeten, Zuid-Holland telt maar de helft van dat aantal gemeenten. Verder is de persoonlijke benadering kenmerkend voor het netwerk. Wethouders bellen elkaar met vragen en ideeën, ik pak zelf ook gewoon de telefoon. Het werkt anders dan bij de gebruikelijke bestuurlijke netwerken. Hoe houden we die persoonlijke benadering vast als we die schaalsprong gaan maken? Ik heb daar alle vertrouwen in. Juist vanwege dat typerende Groene Cirkels-DNA. We hoeven niet van tevoren overal pasklare antwoorden op te hebben, maar samen houden we het systeem in beweging doordat alle partners waarde toevoegen vanuit het eigen perspectief. We vormen als het ware een levende gereedschapskist. Als al die stukken gereedschap - alle afzonderlijke kennis en kunde - in elkaar vallen zal de kaart van Nederland steeds groener kleuren.’

Met het GGS-netwerk pakken we gezamenlijke vraagstukken op. Op die manier proberen we ‘de steentjes voor de wielen’ weg te halen zodat we dóór kunnen met het vergroenen van dorpen en steden. Op de plaat zie je de thema’s waar we met elkaar aan werken.